F03 dementie zonder specificatie

F03 dementie zonder specificatie

Deze categorie wordt gebruikt wanneer aan de algemene richtlijnen voor de diagnose van dementie is voldaan, maar het is niet mogelijk om een ​​van de specifieke typen te identificeren (F00.0-F02.9).

Inclusief:
Seniele of presenil -psychose zonder specificatie.
Seniele of presenil dementie zonder specificatie.
Primaire degeneratieve dementie zonder specificatie.

F04 Organisch amnesisch syndroom niet geïnduceerd door alcohol of andere psychotropas -stoffen

Syndroom gekenmerkt door een duidelijke verslechtering van het geheugen voor externe feiten, waarin geheugen voor onmiddellijke feiten wordt bewaard. Het vermogen om nieuwe dingen te leren is ook verminderd, wat resulteert in een anterograde geheugenverlies en een desoriëntatie in de tijd. Het maakt deel uit van het syndroom een ​​retrograde geheugenverlies, maar van een variabele intensiteit, die in de loop van de tijd kan afnemen, als de onderliggende ziekte of het pathologische proces. Aanwezigheid van conslegaties, hoewel in voorkomend. Perceptie en andere cognitieve functies, inclusief intelligentie, zijn goed bewaard en vormen een achtergrond die de geheugenstoornis benadrukt. De prognose hangt af van het verloop van de basislaesie (het beïnvloedt meestal het hypothalamus-legale systeem of het hippocampus-gebied). Volledig herstel is in principe mogelijk.

Diagnoserichtlijnen

  1. Aanwezigheid van een geheugenstoornis gemanifesteerd door een verslechtering ervan voor recente feiten (onvermogen om nieuw materiaal te leren), een anterograde en retrograde geheugenverlies en een verminderd vermogen om ervaringen uit het verleden in omgekeerde volgorde te onthouden tot zijn uiterlijk.
  2. Achtergrond of objectieve aanwezigheid van hersenletsel of ziekte (vooral een die op een bilaterale manier mediale en tijdelijke temporele structuren beïnvloedt).
  3. Afwezigheid van affectatie van het vermogen tot onmiddellijk geheugen (onderzocht, bijvoorbeeld door bewijs van cijfers), aandachtsstoornissen en bewustzijn of algemene intellectuele achteruitgang.
  4. De aanwezigheid van samenzwering, het gebrek aan bewustzijn van ziekte en emotionele veranderingen (apathie, gebrek aan initiatief) zijn suggestieve elementen, hoewel niet onmisbaar, voor diagnose.

Inclusief:
Psychose of Korsakov -syndroom (niet -alcoholisch).